Ambitie en angst
De lessen in non-dualiteit zijn op dit moment erg populair in het Westen en ook in Nederland. De belofte van vrijheid voorbij onze beperkingen trekt ons aan. Hetzelfde geldt voor het pad van Dzogchen, de meditatiebeoefening binnen het Tibetaans boeddhisme die het meeste aandacht schenkt aan de non-duale staat. De Dzogchenbeoefening kent krachtige methodes waardoor rechtstreeks contact gemaakt kan worden met de staat van zijn die voorbij je ego gaat. Je leert de open, lucide en compassievolle aard van je wezen kennen. De wereldse ambities en strevingen van het ego komen hier tot rust en lossen op.
Wat echter vaak ‘vergeten’ wordt, is dat Dzogchen ook een uitgebreide visie heeft op de relatieve werkelijkheid. We doen deze kant van de dzogchen-visie vaak af als ouderwets en cultureel bepaald en daardoor niet van toepassing op ons. De lessen over karma, het belang van een positieve intentie en iets voor anderen betekenen bijvoorbeeld zijn misschien wat wezensvreemd of niet passend in onze ‘ik’-gerichte cultuur, maar zeker de moeite van het bestuderen waard.
Deze visie op de relatieve werkelijkheid wordt in het Westen vaak vervangen door (transpersoonlijke) psychologie. Maar dat is niet hetzelfde. De kloof tussen de non-duale visie op het meditatiekussentje en het alledaagse leven kan niet overbrugd worden door de psychologie. Die wordt overbrugd door aanwijzingen over manieren waarop we ons ego dunner kunnen laten worden en handelen vanuit een gerichte motivatie en ethiek. Door deze training leren we onze ik-gerichtheid in ons handelen (en niet alleen in onze fantasie) los te laten zodat de non-duale visie in het dagelijks leven kan doordringen.
De leraren en groepen die Dzogchen beoefenen en daarbij de leer over de relatieve werkelijkheid te weinig aandacht geven, neigen tot een competitieve en ambitieuze vorm van spiritualiteit. Onbedoeld wordt hiermee het ego dikker in plaats van dunner gemaakt. Studenten krijgen daardoor last van angsten omdat zij een (spiritueel) ideaal-beeld najagen dat onrealistisch is. Dit heeft ons inziens te maken met bovengenoemde reden dat het pad eenzijdig wordt benaderd vanuit de absolute visie over non-dualiteit en de lessen over de relatieve werkelijkheid worden veronachtzaamd.
Terug naar de inspiratiepagina
Wat echter vaak ‘vergeten’ wordt, is dat Dzogchen ook een uitgebreide visie heeft op de relatieve werkelijkheid. We doen deze kant van de dzogchen-visie vaak af als ouderwets en cultureel bepaald en daardoor niet van toepassing op ons. De lessen over karma, het belang van een positieve intentie en iets voor anderen betekenen bijvoorbeeld zijn misschien wat wezensvreemd of niet passend in onze ‘ik’-gerichte cultuur, maar zeker de moeite van het bestuderen waard.
Deze visie op de relatieve werkelijkheid wordt in het Westen vaak vervangen door (transpersoonlijke) psychologie. Maar dat is niet hetzelfde. De kloof tussen de non-duale visie op het meditatiekussentje en het alledaagse leven kan niet overbrugd worden door de psychologie. Die wordt overbrugd door aanwijzingen over manieren waarop we ons ego dunner kunnen laten worden en handelen vanuit een gerichte motivatie en ethiek. Door deze training leren we onze ik-gerichtheid in ons handelen (en niet alleen in onze fantasie) los te laten zodat de non-duale visie in het dagelijks leven kan doordringen.
De leraren en groepen die Dzogchen beoefenen en daarbij de leer over de relatieve werkelijkheid te weinig aandacht geven, neigen tot een competitieve en ambitieuze vorm van spiritualiteit. Onbedoeld wordt hiermee het ego dikker in plaats van dunner gemaakt. Studenten krijgen daardoor last van angsten omdat zij een (spiritueel) ideaal-beeld najagen dat onrealistisch is. Dit heeft ons inziens te maken met bovengenoemde reden dat het pad eenzijdig wordt benaderd vanuit de absolute visie over non-dualiteit en de lessen over de relatieve werkelijkheid worden veronachtzaamd.
Terug naar de inspiratiepagina